aan het woord

 

Janine (55 jaar, gescheiden, 2 kinderen): Overdag kom ik naar hier omdat ik in ziekteverlof ben. Als ik werk, kom ik ’s avonds. Ik heb ’t Lampeke leren kennen via een vriendin van het werk. Zij vroeg of ik eens meekwam. Intussen kom ik iets meer dan 2 jaar en is het een 2de thuis geworden. We zitten hier altijd met hetzelfde groepje aan tafel. Dat is een clubke van vrienden en vriendinnen geworden. Op vrijdag gaan we met de hele kliek iets drinken in café ‘t Kroegske. Zo maak je wat plezier. ’t Lampeke is zeker niet saai. Ik kom om te lachen en te ontspannen. En ik geef als vrijwilligster ook nog breiles. Dat is ok. Je leert de mensen iets bij. ’s Avonds eet ik mee, ook als ik werk. Het eten is goed: gezond en van goede kwaliteit. Ik zou het missen, moest ‘t Lampeke sluiten. 

 

Dirk (47 jaar, alleenstaand, geen kinderen): Van de RVA moest ik vrijwilligerswerk doen, ik kende het huis en kon hier iets doen. Ik maak deel uit van de werkgroep ‘wonen’. Daarvoor verzorg ik de ‘woonmap’. Dat wil zeggen annonces op de pc opzoeken, afdrukken en in de map steken. Iedereen die hier komt en op zoek is naar een goedkope woning, kan in die map kijken. Daarnaast neem ik deel aan vergaderingen en dialoogmomenten. Zo kom in contact met mensen van het beleid zoals het OCMW, het CAW, de Huurdersbond... Wat ik vooral geleerd heb? Luisteren en geduld hebben. Er wordt op hoger niveau dikwijls meer gebabbeld dan gedaan.

Ik kom hier ook voor de sociale contacten. Ik ben een beetje een plaaggeest; ik sleur de mensen er graag door. Maar ze kennen me intussen. Ze weten wie ik ben. In het begin niet. Ik kende niemand. Ik voelde me niet welkom. Maar dankzij ‘t Lampeke heb ik er twee goede kameraden bijgekregen. Aan de activiteiten doe ik niet meer mee. Van theaterbezoek heb ik voorlopig genoeg. Eén keer heb ik me stierlijk verveeld. Ik ben geen stilzitter. Daarom speel ik mee toneel bij Cie Tartaren van ’t Lampeke.  Dat is wel plezant; daarin kan ik me uitleven. Er is een kern die al jaren meegaat; er is dus wel een band met de anderen. ’t Lampeke in drie woorden? Gezellig, gemoedelijk, gerieflijk.

 

Katrien (40 jaar, getrouwd, geen kinderen): Ik kom bijna elke dag. Er is wel altijd iemand om een klapke mee te doen. Intussen ken ik veel volk. Ook help ik het foldertje van ’t Lampeke rond te dragen. Op maandag poets ik samen met een collega. Omdat ik op zoek ben naar werk, kan ik mijn vrijwilligerswerk op mijn cv zetten. Dat geeft een positieve indruk aan de werkgever. Wat voor een job ik zoek? Poetsen..., werk is werk. Om naar werk te zoeken, zit ik ook op de pc’s die in ’t Lampeke staan. Ik heb er thuis wel één maar als ze vrij zijn maak ik er gebruik van. Ik blijf ook eten, zowel ’s middags als ’s avonds. Het eten is lekker. ’t Lampeke is gezellig. Ik ben hier op mijn gemak. Ik voel me thuis. 

 

 

Maarten (20 jaar, woont bij moeder): Mijn laptop is kapot en ik gebruik de pc’s hier. Mijn moeder heeft wel een nieuwe computer maar daar mag ik nog niet op. Dus kom ik liever naar hier. De pc’s zijn goed, snel genoeg. Er is ook een printer. Hoe ik ’t Lampeke ken? Ik kom hier al van kindsafaan, in de oude Lamp dan. Ik ben er eigenlijk mee opgegroeid. ’s Morgens als ik opsta, weet ik dat ik naar ’t Lampeke kan. Dag geeft een goed gevoel. Leuk. Ik hang hier een hele dag. Wat moet ik anders doen? Ik heb goede contacten met de mensen hier. Ik eet ’s middags en ’s avonds mee. ’t Eten? Goed. 
 
Binnenkort meer.
 
De getuigenissen werden opgetekend door Emmy Vandenbosch.